Door mijn jarenlange ervaring met het verwerken van ornamenten en ben ik gespecialiseerd in het restaureren hiervan. Bijna alle elementen herstellen, bijmaken en reproduceren is mogelijk. Ook ter plaatse een mal maken van een bestaand ornament om het volledig te restaureren. Wilt u meer informatie of een vrijblijvende offerte? Neem dan gerust contact op.

Ornamenten, of, zoals in het 17de-eeuwse Nederlands, ‘versierselen’, zijn traditioneel onder meer toegepast aan pilaren, Kapitelen, architraven, consoles, friezen, kroonlijsten, korbelen, moerbalken, trappen, deuren enzovoort. Op architraven rond deuren bijvoorbeeld maakten men in de Renaissance weelderig versierlijstwerk met guirlandes, festoenen en bladslingerwerk.

Niet alleen gebouwen werden voorzien van ornamenten maar ook schepen, schilderijlijsten, meubels, muziekinstrumenten en kunst-en gebruiksvoorwerpen werden rijkelijk versierd. De ornamenten werden door ornamentsnijders in zacht gesteende, hout, been en ivoor vervaardigd. Het vervaardigen van ornamenten heet orneren. De term ornamentsnijder is een typisch 19e-eeuwse benaming. Vaak werd nog een uitsplitsing gemaakt naar specialisatie zoals florale ornamenten of geometrische ornamenten. In de middeleeuwen was het de kistenmaker die de kisten voorzag van ornamenten en was het nog geen apart ambacht.

Vanaf de Renaissance werd de term antieksnijder gebruikt. Het woord antiek verwijst hier naar het terug gaan naar de antieke stijlen van de Grieken en Romeinen. De meeste ornamentsnijders waren verenigd in gilden. In Nederland hebben tot de vroege Middeleeuwen tot het begin van de negentiende eeuw in totaal bijna tweeduizend ambachtsgilden bestaan. De ornamentsnijders waren aangesloten bij het timmermansgilde. De patroonheilige van het timmermansgilde was Sint Jozef. De gilden waren goed georganiseerd en het vakmanschap stond op een kwalitatief hoog niveau. Leerlingen werden intensief opgeleid in het atelier van de leermeester.